Verhalen bestaan al sinds Adam en Eva in de Hof van Eden woonden. Ik probeer me voor te stellen met een heilig ontzag waar de eerste mensen over praatten, terwijl ze door het paradijs liepen. De inspiratie moet wel rijkelijk gevloeid hebben. De zonde was nog niet tot onze wereld doorgedrongen en iedere gedachte, ieder idee en ieder woord was gevuld met het goud van de Hemel. Stel je eens voor … stromen van inspiratie.
Als hen was gevraagd om boeken te schrijven dan zouden die zo diepgaand zijn geweest, zo origineel dat de beste hedendaagse schrijvers erdoor beschaamd zouden worden.
Ik geloof niet dat hun boeken alleen maar verzinsels zouden zijn geweest. De definitie van fictie is een verhaal dat door de verbeelding is ontstaan en dat niet noodzakelijk waargebeurd is, ofschoon er in ieder verhaal waarheid zit. Anders zou niemand het willen lezen. De meeste helden waren bijna heiligen, maar er zaten er ook wat tussen die als de duivel zelf waren, zonder een spatje goeds te bezitten.
Dan hielp ik de goede dieren om te ontsnappen uit enorme gevaren, op buitensporige manieren en de slechteriken werden altijd gestraft. In die dagen van onschuld was het gemakkelijk te zien wat er goed was, en ook wat kwaad was. Maar één ding was duidelijk: deze figuren waren springlevend en bestonden echt.
Dat was mijn eerste kennismaking met schrijven.
Adam en Eva schreven geen boeken, niemand vroeg hen om dat te doen, maar ik heb de roeping al van jongs af aan gevoeld.
Kleine stapjes
Toen ik zes was, leerde ik mezelf typen op de oude Remington schrijfmachine van mijn moeder. Met één vinger. Ik ben er nooit in geslaagd om van die gewoonte af te komen en typ nu nog steeds met een vinger op mijn computer, maar waarschijnlijk ben ik wel een van de snelste één-vinger typisten op deze aardbol.
Toen ik zes was, gaf ik niet veel om snelheid bij het typen, maar nu is het soms wat gênant wanneer mensen vol verbazing uitroepen: “Met één vinger?” Maar toen ik jong was, werd ik het gelukkigste kind ter wereld zodra ik mijn fantasiewereld binnenstapte.
Daar maakte ik kennis met mijn eerste helden. Meestal waren het honden en katten, af en toe andere dieren, die dan kampten met ernstige psychologische problemen.
En toen?
Toen ik in mijn tienerperiode kwam hield het schrijven opeens op. Het verlangen om te schrijven ging nooit weg, maar er waren anderen dingen die mijn tijd en aandacht vroegen. Later ging ik ook op reis voor mijn zendingsprojecten en het schrijven van fictie hoorde daar niet bij.
Maar in 2011 vestigde ik me weer in Nederland. Ik was een stuk ouder, bezat niet veel geld en ik wist niet zo goed hoe ik verder moest.
Toen werd ik weer herinnerd aan mijn liefde voor schrijven. Dat was een goed idee!
Als oudere, zonder veel diploma’s die in de wereld vereist worden maar wel met rekeningen die moesten worden betaald had ik een manier nodig om aan de kost te komen. Wat zou het fijn zijn om mijn geld te verdienen met schrijven! Dat is iets dat je tot je 95ste of zelfs tot je 100ste kunt blijven doen.
Zolang mijn vinger wil blijven meewerken kan ik schrijven. Het was tijd om mijn oude droom te verwezenlijken. Ik volgde een cursus, las stapels boeken en begon langzaam, struikelend over ieder woord weer te schrijven. Niets bijzonders. Ik begon met opdrachten voor blogartikelen. Ik vond werk via een soort online uitzendbureau waar mensen schrijfwerk aanbieden dat je voor hen kunt doen.
Mijn eerste baantje bestond uit het schrijven van korte artikelen voor een Nederlandse website. Een artikel moest bepaalde zoektermen bevatten die de klant had opgegeven en het moest ongeveer 300 woorden lang zijn.
En daarna, wederom via die site, kreeg ik een nieuw baantje. Ik moest een boek schrijven. Een boek? Een volledig boek? Ik?
“Ja,” was het antwoord.
“Je lijkt me een betrouwbare schrijver. Ik wil dat je een boek voor me schrijft. Kun je dat?”
“Ik kan het proberen.” Ik wilde me de kans niet laten ontsnappen, maar een heel boek!
Dat klonk intimiderend. Hoe schrijf je een heel boek?
De klant wilde graag een verhaal over een priester in een ziekenhuis die langs de patiënten ging om raad te geven en troost te brengen. Maar toen bleek, dat er sinistere praktijken gaande waren in het ziekenhuis waardoor er patiënten gedood werden en de priester en een engel uit de hemel moesten de moordenaar ontmaskeren.
Dat klonk prima. Een priester, een engel, een mysterie … dat klonk me als muziek in de oren. Maar een volledig boek?
“Hoeveel woorden moet het bevatten?”
“5000.”
5000 maar? O, wat een opluchting. In het begin leek het nog wel een hoop, maar het was toch niet zo moeilijk als ik had gevreesd. Sindsdien ben ik er achter gekomen dat een normale roman ongeveer 80.000 woorden bevat. Een verhaal wordt als een kort verhaal beschouwd als er tussen de 30.000 en 40.000 woorden in zitten. 5000 is niets. Maar het leek me wel veel. Ik likte aan mijn lippen, slikte moeizaam en nam het werk aan. De schrijfster Anne Lamott zegt in haar zeer gewaardeerde boek “Bird by bird” over schrijven het volgende:
“Of je nu een beginneling bent of een beroeps, als je voor het eerst aan iets nieuws begint voelt het vaak alsof je tanden worden getrokken.”
Sinds die dag zijn er heel wat tanden getrokken, maar het is een stuk eenvoudiger geworden. Sinds dat eerste verhaal heb ik meer dan 40 boeken geschreven als ghostwriter en veel artikelen en blogposts. Ik heb onder mijn eigen naam een boek geschreven: “An Amish Fantasy” dat door mijn vrouw vertaald is en de naam “Een Amish Sprookje” draagt. Momenteel ben ik met mijn tweede boek onder mijn eigen naam bezig, dat “Crowns of Glory” heet, en dat hopelijk binnenkort zal worden gepubliceerd.
Dat is het voorlopig.
Dank je dat je dit gelezen hebt. Ik hoop van harte dat sommige woorden en verhalen weerklank kunnen vinden in je hart, je kunnen opbouwen en je geloof, hoop en liefde kunnen brengen.